Morfologische ontwikkeling van nevengeulen
In de afgelopen decennia is in Nederland een groot aantal nevengeulen langs de grote rivieren aangelegd. De belangrijkste doelen zijn hoogwaterbescherming door waterstandsdaling en natuurontwikkeling. De eerste geulen dateren van de vroege jaren negentig, de meest recente zijn pas enkele jaren geleden opgeleverd. Ook in de toekomst zullen nieuwe nevengeulen aangelegd worden. Met het onderzoek “Grip op nevengeulen” (RHDHV, 2019) heeft Rijkswaterstaat een evaluatie van de morfologie van nevengeulen opgestart.
Duurzaam ontwerp nevengeulen
Dit onderzoek is een vervolg op het onderzoek uit 2019. Er zijn 10 locaties beschouwd, waar binnen totaal 17 nevengeulsystemen geïdentificeerd en geanalyseerd zijn. Bestudeerd is welke processen er achter de waargenomen ontwikkeling van de patronen schuilgaat. Deze analyse geeft inzicht in hoe duurzaam geulontwerp er uitziet en hoe geulen het beste aangelegd worden, zodat ze blijven voldoen aan de gewenste doelen en het beheer efficiënter kan worden gemaakt. Deze studie mondt daarom uit in een set aandachtspunten waar bij het ontwerp van nieuwe geulen rekening gehouden kan worden.
sedimentatie en morfodynamiek
Op macroniveau is in vrijwel alle nevengeulen een sedimentatie trend te zien. Op mesoniveau is overal morfodynamiek zichtbaar, aangedreven door waterstandfluctuaties (hydrograaf, getij, waterspiegeldaling door langsvarende schepen) en golven (wind, scheepsgolven). Deze vorm van morfologische activiteit wordt sterk bepaald door de toegankelijkheid van de geul vanuit de rivier. Hoe groot is de opening, hoe ver kunnen scheepvaartgolven binnendringen?