
Dalende rivierbodems
In het verleden hebben we de riviergeulen in het Maas- en Rijngebied vastgelegd met kribben en strekdammen. Het sneller stromende water neemt meer zand en grind (sediment) weg van de rivierbodem dan dat er wordt aangevoerd. Zo slijt de bodem zich in en komt steeds dieper te liggen. Door de aanleg van stuwen en dammen wordt ook minder sediment aangevoerd uit het buitenland, dit versterkt de bodemerosie in Nederland.
Stoppen riviererosie
Alphons van Winden van Bureau Stroming licht toe in Deltanieuws: ‘Door het water in de rivier beter te verdelen over het zomerbed [de hoofdgeul, red.] en het winterbed met daarin nevengeulen, neemt de stroomsnelheid van water af en daarmee ook het sedimenttransport. We brengen het aanbod en transport beter met elkaar in balans; er blijft meer sediment achter in het zomerbed van de rivier en daar slijt de rivierbodem minder uit. Het voordeel is dat je in die extra nevengeul makkelijk meer variatie kunt maken voor de natuur.’
Het concept is uitgewerkt in Ruimte voor middenafvoeren.