Natte overstromingsvlakten
Natte overstromingsvlakten vormen een belangrijk onderdeel van natuurlijke riviersystemen, maar ondanks rivierherstel ontbreken ze nog vrijwel geheel in Nederland.
Studie naar overstromingsvlakten
In een OBN-studie en een H2O-artikel keken Stroming, Kurstjens ecologisch adviesbureau, RAVON, SOVON en stichting Bargerveen naar het ecologisch functioneren en naar ontwikkelkansen voor natte overstromingsvlakten. Als aanvulling op het literatuuronderzoek is in het voorjaar van 2020 een veldonderzoek uitgevoerd in de overstromingsvlakte van Buiten Ooij bij Nijmegen. De studie is tot stand gekomen in opdracht van VBNE en met een financiële bijdrage van BIJ12, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de provincie Gelderland en Rijkswaterstaat.
Ecologisch functioneren
Gedurende de voorjaarsmaanden blijkt zich in natte overstromingsvlakten een hoogproductief voedselweb te kunnen ontwikkelen. Los drijvend fytoplankton (voornamelijk algen), detritus en op vast substraat groeiend perifyton (kleine wieren) vormen de basis voor het voedselweb. Ze worden gegeten door vissen en door dierlijk plankton zoals raderdiertjes, watervlooien en roeipootkreeftjes. Dit zoöplankton is voedsel voor vissen en amfibieënlarven, die op hun beurt een prooi vormen voor roofvissen en vogels.
Herstel is mogelijk
De oorspronkelijke situatie, waarin de grootschalige komgebieden functioneerden als tijdelijke natte overstromingsvlakten, kan vrijwel nergens in Nederland meer worden hersteld. Herstel is wel mogelijk door slim gebruik te maken van aanwezige zomerkaden en sluisjes. Daarmee kan in de winter actief hoogwater worden binnengelaten tot een bepaald peil, om het vervolgens geleidelijk te laten uitzakken richting de rivier.
Kansrijke locaties
Er zijn drie kansrijke locaties voor herstel:
- Gelderse Poort, met de Rijnstrangen als toplocatie
- Beneden-Waal
- De IJssel tussen Zutphen en Zwolle, inclusief het Zwarte Water in de delta van de IJssel en de Vecht.
Hier liggen goede mogelijkheden om het areaal van de tijdelijke overstromingsvlakten te vergroten en het functioneren te optimaliseren. Maaiveldverlaging met oog voor de oorspronkelijke geomorfologie is daarbij de belangrijkste optie.